Epiloog

1 september 2015 - San Francisco, California, Verenigde Staten


Wat onverwoord is gebleven en ik hier nog wil beschrijven over San Francisco is het volgende. De stilte of nature inwisselen voor urban nature in een stad als San Francisco is voor mij een scherp contrast zoals dat met zwart tegen wit kan zijn. Er is geen hoekje in een stad waar natuurlijke stilte gevonden kan worden, alles is gevuld. En als je dat opmerkt, je ogen inspant, vindt je ook nergens leegte, zoals in Nevada. Een stad als San Francisco is een kakofonie aan geluid, aan bonte verzameling aan architectuur (van strak moderne hoogbouw tot victoriaanse woningen). Haar bewoners weerspiegelen de tot over de rand toe gevulde stad met kleuren en geluiden. De samenstelling van de San Franciscaan is multi. Drie voeren de boventoon: Spaans, Chinees en Amerikaans sprekende mensen. In openbare ruimtes zien wij bijvoorbeeld borden die een uitleg in deze drie talen weergeven. In de metro horen wij bij het naderen van een station dit drie maal omgeroepen. 
Je ziet ook klassen, of lagen tussen de bewoners. Zij die de lucht als hun dak hebben en een geasfalteerd bed overal hebben staan, zich als nomaden door de massa heen bewegen horen erbij. Althans zo oogt het. In een parkje waar ik samen met Mark onze laatste uren slijt in deze Californische stad, zien wij de daklozen bijna knus tussen de jongere werkende locals of zakenmensen in pak zitten. Met nog nauwelijks een meter afstand ertussen. We vragen ons af of de middenklasse hun zodanig accepteren dat ze bijna worden omarmd? Zoekend naar een antwoord denken wij toch niet zo positief als het beeld wat wij in het park zien. Zowel in als buiten de stad vinden wij steeds weer voorbeelden hoe de Amerikaanse samenleving een buitenkant heeft die ze mooi, opgepoetst naar voren schuift. Maar als je naar de achterkant loopt, letterlijk of figuurlijk, dan vindt je daar stortplaatsen, vuilnis, troep, in schrikbarende hoeveelheden. Een soort achteloosheid, nonchalance overheerst. Wij denken dat de midden en bovenklasse niet uit zorgzaamheid de zwervers dichtbij hun eigen territorium laat komen. Ze worden, denken wij, niet eens meer opgemerkt. Ze zijn er, that's all. Net zoals dat de middenklasse hun afval in hun tuin stort, want er is toch geen haan die ernaar kraait. Of niemand die het ziet. Sommigen kanslozen hebben een lucky day. Zoals de oude neger die ik 's avonds onder een lantaarnpaal op zijn trompet eenzame deuntjes hoor spelen. De lucht is dan zwoel, als de klanken uit zijn trompet wegsterven, om de hoek verdwijnen. Niet alle overstekende mensen passeren hem. Sommigen staan stil en nemen even tijd om te luisteren. Belonen de trompettist met een dollar. Anderen maken een praatje met hem, geven hem een hand. Iets van bewogenheid, zorgzaamheid piept tussen te verroeste achterdeur van het Amerikaanse leven door. Maar het is bijna net zo zeldzaam als de condor in de Grand Canyon. 

Ik zou mijn epiloog graag willen afsluiten met woorden van de natives, die net zoals de zwervers, ergens weggestopt in de woestijn, een leven trachten te volbrengen. Jaren geleden ben ik naar een concert van Philip Glass geweest, Koyaanisqatsi. Het woord concert is eigenlijk misplaatst, de muziek is eerder een onderdeel van een project. Koyaanisqatsi is de titel van een film, zijn muziek ondersteunen de beelden, verhevigen emotionele beleving, accentueren tragedies. Koyaanisqatsi is een oud woord van de Hopi indianen en betekent: leven uit balans. Hopi indianen hebben net als christenen/mensen hun rituelen en overtuigingen. Met een van overtuigingen zet ik een punt achter mijn last journal. 

If we dig precious things from the land
we will invite disaster

Near the day of purification there will be cobwebs
spun back and force in the sky

A container of ashes might one day be thrown
from the sky, which could burn the land
and boil the oceans.